De tweede reis

In 1493 vertrekt Columbus met 17 schepen opnieuw naar het westen. Hij legt dan aan op de eilanden Dominica, Guadeloupe en Puerto Rico. In Puerto Rico ontdekken ze goud in de grond. Door de hebzucht die dit opriep bij de kolonisten leidden dit tot slechte relaties met de indianen. Door het klimaat was het eiland ook erg geschikt om tabak en suiker te verbouwen. Al snel werd de indiaanse bevolking onderdrukt en moest zij op de plantages werken. Dit leidde in de daaropvolgende jaren tot enkele heftige opstanden waar op een bloedige manier een eind aan werd gemaakt door de kolonisten. Daarna vertrekt hij naar zijn nederzetting La Navidad. Als hij daar aankomt blijken Spanjaarden die daar waren achtergebleven vermoord te zijn door indianen Hij vaart verder naar het Oosten en sticht daar zijn eerste kolonie La Isabela. Columbus reist nog westelijker en ontdekt dan Jamaica. Vervolgens vaart hij opnieuw langs Cuba en na honderden kilometers langs de Cubaanse kust te hebben gevaren, is hij ervan overtuigd het vaste land van Indië bereikt te hebben. In 1496 is Columbus weer terug in Spanje.