De Nieuwe en Oude Wereld werden met elkaar in contact gebracht en voor altijd veranderd door de ontdekkingsreizen en hun nasleep.

 

Exploitatie: de Spanjaarden maakten gebruik van het encomienda systeem. Dit systeem hield in dat de veroveraar het recht had om met geweld een groep indianen te dwingen om te werken in ruil voor voedsel, huisvesting en christelijk onderwijs.  Door de ziektes die de Europeanen meebrachten nam de inheemse bevolking af. Vanwege deze afname   ging men het  Spaanse systeem gebruiken om het werk van de inheemse bevolking uit te buiten, . Ook  werden er uiteindelijk slaven uit Afrika gehaald om zo het verlies te compenseren. Andere Europese machten gebruikten ongeveer hetzelfde systeem in hun koloniën.

Bron 40: De Columbian Exchange.

Commerciële uitwisseling: het reizen van mensen en goederen tussen de Oude en Nieuwe Wereld leidde tot een uitwisseling van dieren, planten en ziektes. Dit proces wordt ook wel de Columbian Exchange genoemd. De twee belangrijkste elementen van de Columbian Exchange waren suiker en slaven. De wereld was na Columbus meer een geheel geworden door de uitwisseling van ziektes, de handel en de kolonisatie.

Europeanen introduceerden tarwe, druiven, olijven, huisdieren en paarden aan de Amerikanen. 

De Amerikanen introduceerden op hun beurt, aardappelen, mais en tomaten aan de Europeanen. Europese machten dreven ook handel met het Oosten. Van de Europese machten haalde Spanje het meeste goud en zilver uit Amerika. Dit verhandelde ze weer met China. De Republiek haalde veel luxe specerijen zoals nootmuskaat, peper, zijde en kaneel uit Azië.

 

Gedwongen Migratie: De Trans-Atlantische slavenhandel begon in 1518 toen Spaanse keizer Karel V handelaren zijn toestemming gaf voor het importeren van Afrikaanse slaven naar Amerika. In 1550 werden de eerste slaven door Portugal naar Brazilië gebracht. In 1600 werden er jaarlijks 4000 slaven geïmporteerd. De West Indische Company (uit de Republiek) was ook betrokken bij de slavenhandel. Zij transporteerde duizenden Afrikaanse slaven naar Brazilië en het Caribisch gebied. Van 1660 tot 1698 had de Royal African Company een monopolie op de slavenhandel van de Engelse kroon.

De inheemse bevolking werd gedwongen om te werken of door de kolonisten verdreven van hun grond.